In 2021 werden Belgische politici Els Van Hoof (CD&V) en Samuel Cogolati (Ecolo) het slachtoffer van een cyberaanval door Chinese spionnen. Volgens een rapport van de FBI, ontdekt tijdens een Amerikaanse rechtszaak tegen zeven Chinezen, werden de laptops van Van Hoof en Cogolati geïnfiltreerd via een schadelijke e-mail. Beide politici zijn leden van IPAC, een internationale vereniging van parlementsleden die zich inzet voor mensenrechten in China, en dus een doelwit van het Chinese regime.
Het begin van de aanval
Al in 2021 waren er vermoedens dat er iets mis was met de laptop van Van Hoof. Na een controle door Staatsveiligheid werd het incident destijds als onschuldig beschouwd. Dit veranderde echter toen uit het FBI-rapport bleek dat Chinese spionnen via een e-mail toegang kregen tot Van Hoofs notebook. Ook Cogolati opende een soortgelijke e-mail, wat resulteerde in de infiltratie van zijn laptop. Eind maart 2023 bracht IPAC de betrokkenen op de hoogte van de cyberaanval, waarbij bleek dat Chinese hackers massaal e-mails naar IPAC-leden hadden gestuurd.
De omvang van de schade
Het FBI-rapport onthulde dat de Chinese hackers, vermoedelijk leden van de groep APT31, de IP-adressen van de laptops konden bemachtigen. Dit betekende dat zij al sinds 2021 de locaties van de laptops konden volgen. De volledige omvang van de gestolen informatie is nog onbekend, maar Staatsveiligheid gaat ervan uit dat er aanzienlijke hoeveelheden gegevens zijn onderschept.
Reacties van de betrokkenen
Els Van Hoof reageerde geschokt op het nieuws: “Het feit alleen al dat het Chinese regime mij kan lokaliseren, is heel bedreigend.” Ze benadrukte de constante dreiging en intimidatie vanuit China. “De Chinese ambassadeur heeft me bijvoorbeeld al meermaals geïntimideerd. Maar ik wil niet toegeven en mijn mening blijven zeggen over bijvoorbeeld Taiwan of de situatie van de Oeigoeren.”
Ook Cogolati voelde de impact van de cyberaanval. Hij kwam in 2021 op de Chinese sanctielijst terecht na zijn oproep aan de Belgische regering om de mensenrechtenschendingen in Xinjiang te erkennen als genocide. Hij benadrukt de dreiging van dergelijke aanvallen en de noodzaak voor betere beveiliging.
Oproep tot actie
Van Hoof pleit nu voor de oprichting van een veiligheidsbureau in de Kamer dat, in samenwerking met Staatsveiligheid, parlementsleden kan voorzien van veiligheidsbriefings en updates over digitale veiligheid. Minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR) en Minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) ondersteunen dit voorstel. Lahbib heeft al de hoogste Chinese diplomaat in België op het matje geroepen.
Conclusie
De cyberaanval op Van Hoof en Cogolati benadrukt de noodzaak van verbeterde cyberveiligheidsmaatregelen voor politieke figuren. Met de voortdurende dreiging van buitenlandse spionage is het essentieel dat parlementsleden en andere politieke actoren zich bewust zijn van de risico’s en adequate beveiligingsmaatregelen nemen om hun digitale veiligheid te waarborgen.